Wat is OCD of een dwangstoornis?
Heb je OCD of een dwangstoornis? Dan heb je gedachten die je niet wil hebben: dwanggedachten (of obsessies). Om die gedachten te stoppen doe je altijd weer dezelfde dingen: dwanghandelingen (of compulsies).
Je hebt bijvoorbeeld zoveel smetvrees dat je je handen wast tot ze bloeden. Of je wil zo vaak controleren of je de deur wel op slot hebt gedaan, dat het heel lang duurt voor je écht kan vertrekken.
Het lijkt alsof je dat móét doen van jezelf. Omdat je bang bent dat er anders iets ergs gaat gebeuren. Eigenlijk is dwang een vorm van angst.
Andere woorden voor een dwangstoornis zijn:
- Obsessive-compulsive disorder (OCD)
- Obsessief-compulsieve stoornis (OCS).
Vanaf wanneer is mijn gedrag een dwangstoornis?
Iedereen heeft wel rituelen, dingen die je elke dag opnieuw doet. Denk aan een geluksbrenger tijdens de examens.
Het is pas een dwangstoornis als:
- Je beseft dat die gedachten overdreven zijn
- Je het gevoel hebt dat die gedachten niet van jezelf zijn, maar je leven bepalen
- Je dwanghandelingen heel veel tijd in beslag nemen en ervoor zorgen dat je geen normaal leven meer kan leiden
Hoe vaak komt dit voor?
Ongeveer 2,5% van de mensen heeft een dwangstoornis.
Het begint meestal tijdens de jonge volwassenheid en soms al in de kindertijd. De symptomen beginnen vaak onschuldig, maar als je stress hebt, worden ze erger.
Wat kan ik ertegen doen?
1. Praat erover
Veel mensen met een dwangstoornis schamen zich en durven er niet over praten. Maar zo kan het dat je dwangstoornis steeds erger wordt en je geen normaal leven meer kan leiden.
Je bent niet alleen en je kan geholpen worden. Praat erover met iemand die je vertrouwt of met je huisarts. Is dat nodig, dan kan je huisarts je ook doorverwijzen naar een psycholoog.
Je kan ook zelf contact opnemen met het CGG (Centrum Geestelijke Gezondheid) uit je buurt.
Of kijk al eens op vind-een-psycholoog.be. Maar daar vind je niet álle psychologen. Bespreek het dus zeker ook met je huisarts.
2. Hou een dagboek bij
Zet voor jezelf op een rijtje welke dwanghandelingen je hebt, hoeveel tijd ze in beslag nemen en wat je erbij voelt en denkt.
Zo krijg je zicht op je dwangstoornis. En dan heb je iets concreets om te bespreken met je huisdokter.
3. Doe ademhalings- en ontspanningsoefeningen
Omdat dwang een vorm van angst is, kunnen ademhalings- en ontspanningsoefeningen helpen om rustig te worden.
Probeer die oefeningen te doen, in plaats van je dwanghandelingen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Voel je dus zeker niet slecht als dat niet meteen lukt.
Hier vind je enkele oefeningen om mee te beginnen.
Lees ook:
FOTO: Lucia Macedo