“Ik voelde me depressief, maar mijn ouders zeiden dat mensen in Iran het veel erger hebben” | Farah (19)
Mijn ouders kwamen 19 jaar geleden naar België door economische problemen in Iran. Hier wilden ze kans maken op een beter leven.
Als kind hebben mijn broer en ik vaak documenten moeten vertalen die we zelf niet eens begrepen. Het was heel vermoeiend wanneer we allemaal gefrustreerd naar de documenten keken.
Mijn ouders beheersen de taal na 19 jaar nog altijd niet zo goed. Dat vind ik eerlijk gezegd zeer spijtig. Als we thuis brieven krijgen, moet ik ze nog altijd vertalen en bij oudercontacten van mijn zusje ben ik vroeger ook vaak meegegaan.
School was altijd heel belangrijk voor mijn ouders. Ik moest in het eerste middelbaar ASO Latijn volgen, omdat mijn ouders het een richting voor slimme kinderen vonden. Toen ik in het derde middelbaar een B-attest haalde, waren ze ontzettend boos. Ze noemden me een mislukkeling en scholden me uit, ook al kon ik gewoon ASO blijven doen. Vandaag studeer ik rechten op de universiteit.
Mijn ouders willen dat ik het later goed heb en dat snap ik, maar het wordt me soms wel te veel
Farah (19)
Mijn ouders willen dat ik het later goed heb en dat snap ik, maar het wordt me soms wel te veel. Ze houden geen rekening met hoe ik me voel en zetten veel druk op me. Ik voelde me depressief. Mijn ouders zeiden dat ik me niet moest aanstellen en dat ik gewoon moest bidden. Ze vonden dat mensen in Iran het veel erger hebben en niet depressief zijn.
Mijn zusje woont nog thuis met mijn ouders. Zij kan hen nog altijd helpen als er iets is. Ik ben heel blij met de vrijheid die ik nu heb. In mijn cultuur is het niet gepast dat een meisje veel buiten is, waardoor ik veel leuke dingen met vrienden heb gemist als tiener, terwijl mijn broer veel meer mocht.
© StampMedia / Gaëlle Vumi en Dami Olomoniyi