“Ik kon het kindje niks geven”| Charlotte (20)
Charlotte (20) deed een abortus op 19-jarige leeftijd. “Ondanks mijn kinderwens wilde ik het kindje niet houden. Ik vond mezelf nog te jong.”
Mijn regels waren al een week te laat. Dat gebeurde wel vaker, dus ik maakte mij er echt geen zorgen over. Maar dan ging ik naar de winkel en wou ik plots eten kopen dat ik normaal niet lust. Dat was het eerste vermoeden dat ik misschien zwanger was. Meteen daarna zei ik dat ik mezelf iets aan het wijsmaken was.
Een week later had ik plots geen eetlust meer. Ik viel 10 kg af in twee weken. Een van mijn beste vriendinnen studeert vroedkunde. Toen ze mijn verhaal hoorde, vroeg ze of ik al een zwangerschapstest had gedaan. Natuurlijk niet. Waarom zou ik zwanger zijn? Wtf.
Ze bleef aandringen om een zwangerschapstest te halen. Ik deed de test vanuit het idee dat het niets zou zijn. Maar dat bleek wel het geval.
Het was een ongeluk. Ik neem altijd heel strikt de pil, maar was ziek geweest. Ik had mijn pil overgegeven en was zwanger geraakt.
Ik vond mezelf nog te jong. Als student kon ik amper voor mezelf zorgen.
Charlotte, 20 jaar
Ik was in paniek. Het kindje was van Dean, een jongen waarmee ik gewoon seks had, geen relatie. Ik wilde het niet aan hem vertellen, omdat hij op mentaal vlak niet echt sterk in zijn schoenen stond. Ik was bang dat hij het wilde houden, ook al hadden we geen relatie.
Ik begon onmiddellijk abortusklinieken in de buurt op te zoeken. Ondanks mijn kinderwens wilde ik het kindje niet houden. Ik vond mezelf nog te jong. Als student kon ik amper voor mezelf zorgen.
De baby opgeven voor adoptie was ook geen mogelijkheid voor mij. Er zijn in mijn ogen genoeg kinderen die wachten op adoptieouders. Bovendien wilde ik de zwangerschap niet doormaken. Dan had iedereen weer iets om over te roddelen.
Hij wilde het kind houden en een toekomst met mij opbouwen.
Charlotte, 20 jaar
Ik wilde de abortus zo snel mogelijk achter de rug hebben. Dat verliep niet even vlot als verwacht. De abortuskliniek was verplicht om mij een week bedenktijd te geven. Dat doen ze voor vrouwen die onder druk staan om het kindje te laten weghalen.
Het is in die week dat Dean heeft ontdekt dat ik zwanger was. Hij wilde het kind houden en een toekomst met mij opbouwen.
Zijn reactie hield me niet tegen om abortus te plegen. Op maandag moest ik een pilletje halen om de groei te doen stoppen. Woensdag zou ik dan een hele dag in het ziekenhuis doorbrengen om een miskraam op te wekken. Ik vroeg aan de verpleegsters of er complicaties waren. Ze zeiden dat ik er niets van zou merken.
Maandagnacht werd ik wakker van hevige krampen. Ik trok mijn deken van mij af en zag overal bloed. Ik schrok me een ongeluk. Ik dacht dat er iets aan de hand was met mijn lichaam en liep naar de wc. Het hele huis hing vol bloed. Ik heb toen naar een hele goede vrienden gebeld, Kim. Kim is midden in de nacht langsgekomen. Ze heeft me in de douche geholpen en het bed opgemaakt.
Op het toilet zag ik iets wit in mijn onderbroek liggen. Ik was helemaal in de war en ik dacht dat het een orgaan van mij was of zo. Kim en ik hebben het weggegooid. In de abortuskliniek zouden ze ons wel kunnen vertellen wat het was. Daarna hoorde ik dat het ging om de vrucht. Bij zo’n 3% van de vrouwen komt het er eerder uit. Dat was wel even schrikken.
Stel dat ik nooit meer zwanger raak, dan sta ik nog steeds achter mijn beslissing.
Charlotte, 20 jaar
Pas na de abortus, besefte ik wat er allemaal was gebeurd. Ik was heel ziek en ik had hevige bloedingen. Kim heeft toen voor mij gezorgd alsof ze mijn mama was. Ze kocht eten en pyjama’s voor mij, ze kwam bij mij in bed zitten en we keken samen naar films. Ze voelde zich zelfs schuldig dat ze een keer niet meekon naar de abortuskliniek toen ik een echo moest laten maken om te zien of het kindje wel volledig weg was. Op dat moment was ik blij dat ik alleen was.
Toen ik daar lag op die kamer, besefte ik het pas. Ik heb direct na de zwangerschapstest actie ondernomen, zonder er veel over na te denken.
Kim en mijn andere vrienden die het wisten, waren echt belangrijk voor mij doorheen het hele proces. Ze staan nog altijd achter mijn keuze. Ook ik heb er allesbehalve spijt van. Soms knaagt het wel nog aan me. Zo moest ik terug naar de abortuskliniek om ziektebriefjes voor school te halen. Toen ik buitenkwam, gaf een gelovige vrouw mij brochures met de tekst “Abortus is moord” op. Wanneer ik dat las, voelde ik me schuldig.
Ik denk nog vaak aan de abortus. Het heeft zeker een impact gehad op mij. Zo neem ik nu de prikpil in plaats van de anticonceptiepil. Dan kan ik de hormonen niet meer overgeven.
Ik merk dat abortus echt nog een taboe is. Ik hoor mensen er altijd op een negatieve manier over praten of grapjes over maken. Ze zullen het pas begrijpen als ze zelf de keuze moeten maken.
Stel dat ik nooit meer zwanger raak, dan sta ik nog steeds achter mijn beslissing. Ik kon het kindje niks geven. Ik had geen werk, ik was jong en ik had geen vaste vriend. Ik wil zeker en vast ooit kinderen krijgen, maar dan wil zeker zijn dat ik hen een mooie toekomst kan bieden.
Tekst: Emily Nees