Wat moet je doen bij een verkeersongeval?

Ben je getuige van een ongeval? Dat is effe slikken. Probeer het hoofd koel te houden:

• Haal hulp van een volwassene: je ouders, leraar of lerares.
• Is er geen volwassene in de buurt? Dan kan je de ziekenwagen bellen. Het nummer dat je moet bellen is 100. Met een GSM kan je overal in Europa terecht op het nummer 112 op voorwaarde dat je gsm een SIM-kaart heeft (zelfs als je geen bereik of krediet hebt).
• Blijf zo rustig mogelijk en vertel de persoon aan de andere kant van de lijn
  • jouw naam.
  • wat er gebeurd is.
  • waar het ongeval gebeurd is: in welke straat? Zijn er grote gebouwen in de buurt (een school, een kerk…)?
  • wie de slachtoffers zijn.
• Neem foto's van de plaats waar het ongeluk gebeurde.
• Zorg dat je zelf veilig bent:
  • Is het ongeval gebeurd op een gevaarlijke plaats met veel verkeer? Zorg er dan voor dat jij en de anderen, de gewonden, veilig zijn.
  • Een voertuig kan door het ongeluk zó beschadigd zijn dat het in brand kan schieten. Wacht op een veilige afstand op de hulpdiensten.

De politie komt dan ter plaatse. Als de ziekenwagen er nog niet is, bieden de politiemensen de eerste hulp aan de gewonde slachtoffers.

Bij zware ongevallen komt ook een verkeersdeskundige van de rechtbank naar de plaats van het ongeval om de situatie te bekijken en een verslag te maken.

De politie regelt het verkeer op de plaats van het ongeval. De politiemannen houden nieuwsgierigen op afstand, zoeken getuigen en waken erover dat de plaats van het ongeval en de persoonlijke bezittingen van de slachtoffers ongeschonden blijven. De politie moet de toestand onderzoeken. De politieman doet metingen, maakt situatieschetsen en foto’s, neemt verklaringen op van slachtoffers en getuigen en beschrijft de staat van de voertuigen. Dit schrijft hij op in een proces-verbaal.

^{FOTO: Ian Valerio}