"Ik had constant het gevoel dat mijn pleegzus werd voorgetrokken" | Leïla
Leïla leefde acht jaar in een pleeggezin. Dat ging met ups en downs. “Intussen woon ik drieënhalf jaar alleen. Met mijn pleegouders is alles uitgepraat. We hebben regelmatig contact, en we begrijpen elkaar beter dan vroeger.”
“Van mijn 8 jaar tot mijn 16 verbleef ik bij een pleeggezin in Vlaams-Brabant. Het leven van een pleegkind is niet evident, al zeker niet als je er pas op die leeftijd in belandt. Als achtjarige ben je vooral blij dat je een dak boven je hoofd hebt en dat er iemand is om voor je te zorgen. Maar naarmate de pubertijd nadert, word je jezelf bewuster van je woon- en leefwereld en begin je dingen in vraag te stellen.”
“In die periode ging er geen dag voorbij zonder dat mijn pleegma en ik ruzie maakten. Het was een mirakel als we dat een keertje oversloegen. Ik had ook constant het gevoel dat mijn pleegzus, die even oud was als mij, werd voorgetrokken. In mijn ogen kreeg ze de mooiste spullen, mocht ze meer en ging de meeste aandacht naar haar. Na een tijdje voelde ik mij niet meer thuis bij mijn pleegouders, ik was toch máár het pleegkindje, dacht ik altijd.”
Je kan me toch niets maken want je bent mijn echte moeder niet.
“Op een dag ontplofte de boel en zei ik het ergste wat een pleegkind kan zeggen in die situatie: ‘Je kan me toch niets maken want je bent mijn echte moeder niet.’ Ik weet nog exact waar ik stond en wat ik zag. Ik keek haar niet eens aan. Later had ik er spijt van dat ik dat gezegd had – het was niet respectvol om zo te praten tegen iemand die er alles voor doet om voor je te zorgen.”
“Op mijn 16de stierf mijn echte moeder. Wat me nog meer deed nadenken over mijn plaats in het pleeggezin. Ik voelde me er niet goed bij, wou weg. Toen heb ik de maatschappelijk werkster van pleegzorg opgebeld en gevraagd om terug naar een leefgroep te mogen. Een half jaar later heb ik mijn pleeggezin dan ingeruild voor een leefgroep. Drie maanden later kreeg ik kamertraining om uiteindelijk alleen te kunnen gaan wonen.”
“Intussen woon ik drieënhalf jaar alleen. Met mijn pleegouders is alles uitgepraat. We hebben regelmatig contact, en we begrijpen elkaar beter dan vroeger. Blij!”
FOTO: Jordy Wuyts